ONS GELOOF
Wij houden vast aan het geloof dat alle gelovigen gemeen hebben (Tit. 1:4, Jud. 3).
DE BIJBEL
De Bijbel is de volledige goddelijke openbaring, woord voor woord geïnspireerd door God door de Heilige Geest (2 Petr. 1:21; 2 Tim. 3:16).
DE DRIE-ENIGE GOD
God is uniek één, maar drie-enig - de Vader, de Zoon en de Geest - bestaan naast elkaar van eeuwigheid tot eeuwigheid (1 Tim. 2:5a; Matt. 28:19).
JEZUS CHRISTUS
De Zoon van God, zelfs God Zelf, is vlees geworden om een mens te zijn met de naam Jezus Christus, geboren uit de maagd Maria, opdat Hij onze Verlosser en Heiland zou zijn (Joh. 1:1, 14; Matt. 1:23). Jezus, een echt mens, leefde drieëndertig en een half jaar op deze aarde om God de Vader aan de mensen bekend te maken (Joh. 1:18).
DE KRUISIGING VAN CHRISTUS
Jezus, de Christus, door God gezalfd met Zijn Heilige Geest, stierf aan het kruis voor onze zonden en vergoot Zijn bloed voor de voltooiing van onze verlossing (Matt. 3:16, 1 Petr. 2:24, Ef. 1:7a).
DE OPSTANDING VAN CHRISTUS
Jezus Christus is, na drie dagen begraven te zijn geweest, lichamelijk en geestelijk uit de dood opgestaan en in die opstanding is Hij de leven-gevende Geest geworden om Zichzelf in ons uit te delen als ons leven en ons alles (Hand. 10:40, 1 Cor. 15:4, 45b).
DE HEMELVAART VAN CHRISTUS
Christus is opgevaren naar de hemel en God heeft Hem tot Heer van allen gemaakt (Hand. 1:9; 2:33, 36)
DE UITSTORTING VAN DE GEEST
Christus heeft na Zijn hemelvaart de Geest van God uitgestort om Zijn uitverkoren leden tot in één Lichaam te dopen. De Geest van God, die ook de Geest van Christus is, beweegt vandaag op deze aarde om zondaars te overtuigen, Gods uitverkoren volk te regenereren, in de leden van Christus te wonen voor hun groei in leven en het Lichaam van Christus op te bouwen voor Zijn volledige uitdrukking (Hand. 1:8; 1 Cor. 12:13; Rom. 8:9; Joh. 16:8; Tit. 3:5; Ef. 4:16).
WEDERGEBOORTE
Wanneer iemand zich bekeert tot God en gelooft in de Heer Jezus Christus, wordt hij wedergeboren en wordt hij een levend lid van het ene Lichaam van Christus (Hand. 20:21; Joh. 3:3; Ef. 1:22-23; Rom. 12:5).
DE WEDERKOMST VAN CHRISTUS
Aan het einde van deze eeuw zal Christus terugkomen om Zijn leden op te nemen, de wereld te oordelen, de aarde in bezit te nemen en Zijn eeuwig koninkrijk te vestigen (1 Thess. 2:19).
HET DUIZENDJARIG RIJK,
DE NIEUWE HEMEL EN DE NIEUWE AARDE
De overwinnende heiligen zullen met Christus regeren in het duizendjarig rijk en alle gelovigen in Christus zullen voor eeuwig deel hebben aan de goddelijke zegeningen in het nieuwe Jeruzalem in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde (Op. 20:6; 21:2).