
De kennis van Gods wil (2)
VOORWAARDEN VOOR HET KENNEN VAN GODS WIL
Ik hoor niet graag iemand vragen hoe hij de kennis van Gods wil kan hebben. Dit moet ons allemaal reeds duidelijk zijn. God openbaart Zijn wil uitsluitend aan hen die hun wil aan Hem hebben overgegeven. Hij zal ons echter nooit dwingen; Hij zal Zijn tijd afwachten, totdat we onszelf vrijwillig aan Hem overgeven. Het maakt niet veel uit of iemand Gods wil kent of niet. Het is veel belangrijker dat hij bereid is Gods wil te kiezen. We moeten tegen de Heer zeggen: "Niet mijn wil, maar uw wil geschiede". Zodra we ons "zelf" opzij zetten, zullen we Gods wil kennen. Tijdens een bijeenkomst in Hangtsjouw, die speciaal voor zusters bedoeld was, vroegen twee zusters mij eens of de kennis van Gods wil afhankelijk is van onze omstandigheden, van het Woord of van andere principes. Toen ik dit hoorde zonk de moed mij in de schoenen en antwoordde ik hen op een onvriendelijke manier (hoewel mijn hart niet zo was) en zei: "Het kennen van Gods wil is niet afhankelijk van een methode. Het is heel goed mogelijk, dat je de juiste methode hebt en dat je deze methode trouw stap voor stap volgt en dat je Gods wil desondanks nog steeds niet kent." Terwijl ik sprak, keek ik deze twee zusters doordringend aan en vroeg toen: "Wat voor soort mensen zijn jullie? Wie zijn jullie? Het kennen van Gods wil heeft te maken met je persoon. Indien je niet oprecht bent, zal geen enkele methode werken. Kan God Zijn wil openbaren aan mensen zoals jullie? Je hoeft niet zoveel vragen te stellen en je hoeft God ook niet om een methode te vragen. God kan Zijn wil op vele wijzen openbaren. Zo kan Hij Zijn wil openbaren aan de hand van de wind, aan de hand van onweer, door middel van een kind of door middel van een ezel. Je hoeft alleen maar te vragen of mensen zoals jullie wel in aanmerking komen om Gods wil te kennen."
Toen God in Genesis 18 de stad Sodom wilde verwoesten, ging Hij eerst bij Abraham langs, omdat Hij dit niet voor hem kon verbergen. Abraham was namelijk Gods vriend (Jak. 2:23). Hij was dus niet Gods slaaf, omdat een slaaf de gedachten van zijn meester niet kent. Alleen een vriend kent de gedachten van een vriend (Joh. 15:15). Er was geen enkele barrière tussen Abraham en God. Dit was de reden waarom God niets voor hem kon verbergen. Lot was familie van Abraham en misschien bezat Lot wel heel veel geestelijke kennis. En toch sprak God niet met Lot, maar met Abraham. Het zou raar geweest zijn, indien Lot mij had benaderd en gevraagd had: "Hoe kan ik Gods wil kennen?" Abraham kwam echter wel in aanmerking om de wil van God te kennen, maar Lot niet. Het zou zelfs zinloos geweest zijn, indien Lot alle kennis in de wereld had gehad – Lot zou namelijk nog altijd Lot geweest zijn. Wie ben jij? Ben jij Abraham of ben je Lot? Vandaag de dag zijn er veel mensen die aandacht besteden aan de methode om de wil van God te kennen. Het is ongetwijfeld noodzakelijk methoden te leren, maar men moet dan wel een Abraham zijn. Als een Lot deze methoden zou leren, zouden zelfs de beste methoden niet werken, omdat Lot iemand is die de wereld liefheeft. Hij heeft nog steeds niet met zijn positie en de wereld afgerekend. Wij hebben vandaag het licht van God nodig om te zien of er grote of kleine zonden in ons zijn. Hebben we misschien de een of andere onrechtvaardigheid begaan? Zijn we iemand iets verschuldigd? Zijn we te loslippig geweest? Zijn we fout geweest met betrekking tot onze gebaren, onze houding en ons gedrag? Houden we nog steeds iets achter? Al deze grote en kleine zonden beïnvloeden ons vermogen om Gods wil te kennen.
HET UITGANGSPUNT VOOR HET KENNEN
VAN GODS WIL – ABSOLUTE TOEWIJDING
Ten aanzien van de kennis van Gods wil zei Paulus dat wij niet onverstandig moeten zijn, maar dat we de wil van de Heer moeten kennen (Ef. 5:17). Met betrekking tot de kennis van Gods wil is er dus niet alleen sprake van een uitgangspunt, maar ook van continuïteit. Zonder een goed begin is het niet mogelijk Gods wil te kennen. Maar zelfs indien iemand een goed begin heeft, is het desondanks niet mogelijk Gods wil te kennen zonder een behoorlijke continuïteit.
Is er ooit weleens een dag in je leven geweest waarop je jezelf volkomen aan de Heer toewijdde? Daarmee bedoel ik dus niet een toewijding om een prediker te worden, maar een toewijding om Zijn wil te doen. Je hoeft je echter geen zorgen te maken over wat de wil van God nu precies inhoudt. Het is namelijk veel belangrijker dat je jezelf oprecht aan Hem toewijdt om Zijn wil te doen. Je moet goed beseffen dat een rechtstreekse verhouding met de wil van God onontbeerlijk is. Deze verhouding mag onder geen beding door broeders en zusters beïnvloed worden. Indien de Heer wil, dat ik naar het oosten ga, dan ga ik ook naar het oosten. Ik mag in dit opzicht door geen enkele persoon, gebeurtenis of omstandigheid beïnvloed worden. En toch zijn mijn ogen niet op het oosten gericht, maar op God zelf. Maar velen van Gods werkers lopen vandaag de dag het gevaar dat zij hun werk tot het middelpunt maken. We mogen dus onder geen enkele voorwaarde een intieme verhouding met het werk, met mensen of met een of andere gebeurtenis opbouwen. We moeten een rechtstreekse verhouding met God hebben en onze ogen alleen op Hem vestigen. Ofschoon de zeven Geesten in Openbaring over de gehele aarde uitgezonden worden, hebben zij echter niets met de aarde zelf te maken. De zeven Geesten bevinden zich namelijk voor de troon van God (Op. 1:4; 5:6) en hebben dus alleen met Hem te maken. Het is noodzakelijk dat we ons tenminste één keer in ons leven volkomen aan God toewijden om Zijn wil te volbrengen. Dit is het uitgangspunt voor de kennis van Zijn wil. Zonder dit uitgangspunt zullen we de wil van God nooit goed kunnen begrijpen.
De bediening van Gods woord
Het belangrijkste werk van God op aarde is dat Zijn woord door de mens gesproken wordt. In het Oude Testament werd Gods woord bevrijd door de bediening van de profeten, in het Nieuwe Testament door de bediening van de Heer Jezus en later door de apostelen.